Wij zijn bij de Verwijskliniek geweest in Barendrecht en Dordrecht en Rijswijk. Het is heel belangrijk om de echo's te laten uitvoeren door een Cardioloog. 

 

Hier zijn zij getest d.m.v. een echo en via bloedonderzoek op HCM en PKD en CIN, FIV en FELV.

Ook zijn alle poezen DNA getest en ze zijn vrij van alle geteste ziektes.

 

let op!

Ook de katers zijn getest met echo en DNA(bloed) Dit geeft u dus nog meer garantie dat u een gezond kitten krijgt. 

 

De bloedgroep is ook getest. Alle moederdieren hebben bloedgroep A

Ragdolls staan bekend om gezondheidsproblemen  dus hoeveel de fokker ook test 100% garantie is er nooit. Maar door regelmatig de ouderdieren te testen op HCM, PKD, CIN en FIV, FELV d.m.v. echo en dna zorgen fokkers ervoor dat het zo min mogelijk doorgegeven wordt. U heeft via een erkende fokker de meeste kans op een gezond kitten. 

 

 

Geschiedenis


De Ragdoll is in de jaren zestig ontstaan in Californië (Amerika). De moeder van de Ragdoll was Josephine, een semi-wilde, witte langharige kat, van onbekende ouders. Al haar nakomelingen zagen er bijzonder uit. Waarschijnlijk bezat Josephine een aantal uitzonderlijke genen, die dan wel recessief overerfden, of gemaskeerd werden door de dominante witte kleur. De katers waarmee zij gekruisd werd konden deze latente genen tot expressie laten komen, waardoor er opvallende nakomelingen werden geboren.
Het ras dankt zijn naam Ragdoll, wat letterlijk lappenpop betekent, aan het feit dat de nakomelingen van Josephine de neiging hadden zo slap te liggen als een poppen.

Drie katten vormen de basis van het ontstaan van het ras, Daddy Warbucks (een zoon van Josephine); Raggedy Ann Fugianna (een dochter van Josephine en haar zoon Daddy Warkucks) en Buckwheat (een dochter van Josephine en haar zoon Blackie).
In 1967 werden Ragdolls voor het eerst erkend als ras in Amerika, en in 1981 werden de eerste Ragdolls naar Europa gebracht.

 

waarom testen wij onze dieren?

Om te voorkomen dat we erfelijke ziektes meefokken in de lijn en uw kat alle kansen krijgt om een oude kat te worden.

 

Hieronder vind u wat informatie over de erfelijke afwijkingen die binnen de ragdoll voorkomen. Wij vinden het enorm belangrijk om eerlijk hierover te zijn en informatie te delen, omdat we in het verleden helaas zelf ook met deze ziektes te maken hebben gehad.

 

HCM

HCM is de afkorting voor Hypertrofische CardioMyopathie. Dit is een aandoening van de hartspier, die gekenmerkt wordt door het dikker worden van de hartspier. Deze aandoening kan zowel erfelijk als verkregen zijn (bijv. door een te hard werkende schildklier).

 De erfelijke vorm van HCM leidt meestal al op jonge leeftijd tot problemen (<2 jaar), maar ook kennen we katten die een geleidelijker ziekteverloop hebben. Bij de erfelijke HCM zijn de spiervezels op microscopisch niveau afwijkend en functioneren niet normaal. Uiteindelijk leidt dit tot een gestoorde werking van het hart. Katten kunnen acuut dood neervallen of symptomen ontwikkelen als benauwdheid, slecht eten, vermageren en achterhandsverlamming. Bij de Maine Coon is al redelijk wat onderzoek gedaan en hier lijkt HCM autosomaal dominant over te erven, dit betekend dat een van de ouders de ziekte moet hebben, als een kitten het heeft. Of dit bij andere katten en bij alle Maine Coons zo is, weten we niet. Waarschijnlijk zijn er, in analogie naar de mens, meerdere genen die HCM kunnen veroorzaken.

 HCM kan bij alle raskatten voorkomen. Het kan onderkend worden met een echografisch onderzoek. Een negatieve test (normaalbeeld) is helaas geen garantie voor "HCM vrij" zijn. Hoe ouder de kat is bij een test, des te meer waarde heeft een negatieve test. De meeste katten met HCM ontwikkelen dit namelijk meestal op jonge leeftijd. Het meest ideale zou dus zijn om ouders, grootouders en overgrootouders te testen. Daarnaast moet zoveel mogelijk sectie gedaan worden bij katten die onverwachts overlijden. Op deze manier moet het mogelijk zijn om bepaalde lijnen in kaart te brengen.

Voor dieren waar actief mee wordt gefokt, geldt een advies om de HCM test jaarlijks te herhalen. Voor dieren die niet meer actief in de fok zijn, maar wel nakomelingen hebben, is het testadvies 2-jaarlijks.

 In juni 2007 ontvingen we het bericht dat er een mutatie in het DNA is gevonden die een rol zou spelen bij de ontwikkeling van HCM bij de ragdoll. Onze ragdolls zijn natuurlijk hierop getest en gelukkig kwam alles goed terug (neg/neg). Er is echter nog heel erg veel onduidelijkheid hierover en helaas zeggen sommige fokkers dat scannen nu niet meer hoeft. Misschien dat er iets meer duidelijkheid gegeven kan worden in het onderstaande stukje:

 Er bestaan drie soorten uitslagen, homozygoot positief, heterozygoot positief en neg/neg.

 Homozygoot positieven hebben vermoedelijk wel een groter risico op HCM. Of alle hom/pos voor de Ragdollmutatie ooit HCM zullen ontwikkelen, dat zal de toekomst moeten uitwijzen. Alle kittens uit een ouder die homozygoot positief is zal een gen meekrijgen.

Heterozygoot positieven kunnen het gen doorgeven aan de nakomelingen (kanspercentage is 50%), maar het is bijlange na niet zeker dat ze ooit HCM zullen krijgen.

Voor de neg/neg Ragdolls is er geen garantie dat ze nooit HCM zullen krijgen.

Het laatste punt is erg belangrijk. Helaas denken sommige mensen dat scannen met echo niet meer hoeft/niet belangrijk is, omdat er een DNA test is. Er zijn vast en zeker meerdere mutaties en het blijft dus enorm belangrijk om je ragdoll jaarlijks te scannen op HCM via de echo.

 

Kijk via deze link hoe de test voor HCM gaat

https://youtu.be/5IIClRbjBi0

 

PKD

PKD is een afkorting van Polycystic Kidney Disease. Dit is een erfelijke aandoening die bij katten voorkomt. Bij dieren die deze afwijking hebben, zijn in beide nieren meerdere cysten (=holtes met vloeistof) aanwezig. Kenmerkend is dat zowel het aantal cysten, als de omvang van de cysten toeneemt met de leeftijd. Klachten ontstaan dan ook meestal pas op middelbare-oudere leeftijd. Dan pas zijn er zoveel cysten en zulke grote cysten dat het normale nierweefsel in zijn functie tekort gaat schieten. Er ontstaan dan symptomen als veel drinken en plassen, slecht eten, vermageren, braken.

 PKD erft dominant over en sinds kort is er een DNA test voor beschikbaar, helaas is hij nog niet gevalideert voor de Ragdoll. Met een echo is de betrouwbaarheid van een echo onderzoek ongeveer 95%, bij een kat ouder dan 10 maanden.

 

Kijk hier hoe de test gaat voor PKD en CIN

https://youtu.be/gvTi4N7elxw

 

CIN:

CIN is een andere nier afwijking die met een PKD test onderkend kan worden. CIN betekent chronische interstitiele nefritis; dit is een chronische ontsteking van het tussen weefsel in de nieren, wat leidt tot bindweefsel toename. In de volksmond wordt dit ook wel schrompel nieren genoemd. Het leidt tot klachten omdat er steeds minder gezond nier weefsel overblijft. De klachten kunnen zijn: veel drinken en plassen, slecht eten, braken, vermageren, slechte vacht. Bij bloedonderzoek worden in een later stadium ook meestal verhoogde nier waarden (ureum en kreatinine) gevonden. Vaak wordt de ziekte klinisch duidelijk als de nieren zwaarder belast worden. Vandaar dat het vaak duidelijk wordt als een poes drachtig is of kort geleden bevallen is. De ziekte komt echter bij poezen en katers voor.

CIN kan verkregen zijn (meestal bij oudere dieren) maar ook erfelijk (dan meestal al op jonge leeftijd te onderkennen). Tot op heden is CIN vooral gevonden bij de Ragdoll. Er zijn echter gegevens die er op duiden dat ook bij andere rassen dergelijke problemen voor kunnen komen. Bij de Ragdoll zijn heel duidelijk familiare verbanden aanwezig, daarmee is erfelijkheid dus zeer aannemelijk. Hoe de overerving is, is nog niet duidelijk. Hoe meer getest wordt en hoe meer informatie beschikbaar komt, des te beter kunnen we hier inzicht in krijgen.

Bij echografie kan het volgende gevonden worden: de nieren zijn abnormaal van vorm met een onregelmatig oppervlak. Vaak is één of beide nieren te klein. De schors van de nieren (buitenste weefsel laag) wordt vaak breder, witter en vlekkerig. Het merg (binnenste weefsel laag) is moeilijker te herkennen. Ook dit zijn weer veranderingen die (zeker in een beginstadium) alleen door een geoefend onderzoeker vastgesteld kunnen worden.

 

Katten laten testen op FeLV en FIV gaat d.m.v. een eenvoudige bloedtest bij de dierenarts.

FeLV 
Feline Leukemie Virus (of leucose) is een virusziekte die het immuunsysteem van de kat aantast waardoor de kat gevoeliger  is voor infecties. Ten gevolge hiervan kan o.a. leukemie ontstaan.
FeLV wordt voornamelijk overgedragen door langdurig sociaal contact, maar ook door een bijtwond. Enkele  ziekteverschijnselen zijn: tumoren in diverse organen, leukemie, vermageren, benauwdheid, koorts, sloomheid, oogontstekingen, slecht eten en verlammingsverschijnselen.

FIV
Feline Immunodeficientie Virus (of kattenaids) wordt veroorzaakt door een virus dat verwant is aan het HIV virus bij de mens dat AIDS veroorzaakt. Daarom wordt FIV ook wel kattenaids genoemd.  FIV kan alleen de kat besmetten en niet de mens. De besmetting van het virus vindt vooral plaats via bloedcontact bijv. bij vecht- en bijtwonden. Het ziekteverloop is vergelijkbaar met HIV: het virus tast het immuunsysteem aan waardoor de kat gevoelig wordt voor allerlei infecties

 

Plukken en ontwollen kat

Hieronder vind u een link van een goed stuk over het plukken en ontwollen van de kat. Ik attendeer u er op dat katten en haren in huis samen gaan. De kat heeft de vacht gekregen om een reden. Let dus op of de kat laten ontwollen wel een goed idee is. Want i.v.m. de cyclus van de haren moet je dit elke 6 weken doen. Wilt u de kat dit wel aandoen?

 

https://www.cattish.nl/2019/04/het-leed-dat-plukken-en-ontwollen-heet-de-keiharde-waarheid/

 

 

Een mooi artikel over de Ragdoll

 

https://www.zooplus.nl/magazine/kat/kattenrassen/ragdoll

 

 

 

Hier wordt lily gecheckt op HCM                                                                

Hier wordt ze gecheckt op PKD en CIN

Maak jouw eigen website met JouwWeb